Activiteitentheorie
In de gerontologie (wetenschap van de ouder wordende mens) worden een drietal beelden onderscheiden die binnen de maatschappij heersen als het gaat om ouder worden en de ouderdom: de activiteitentheorie. De vertegenwoordigers van de activiteitentheorie gaan ervan uit dat alleen diegene gelukkig en tevreden is, die actief is, iets presteert, iets betekent voor mensen die hem of haar nodig hebben. De mens die niet meer nodig is, die geen functie meer heeft in de maatschappij, wordt ongelukkig en ontevreden. Ouder worden betekent vooral “verlies”, verlies van functies, taken en rollen met als gevolg beperking van de actieradius en dus toenemende inactiviteit. Vanuit deze opvatting plaatste de ouderen- en welzijnszorg activering en reactivering hoog in hun vaandel. Op allerlei wijzen probeerde men de oudere te activeren en vooral zijn sociale contacten te bevorderen.