Douchen, aankleden en koken. Het lijken gewone, eenvoudige handelingen. Maar al deze dagelijkse taken worden lastiger als je apraxie hebt. Je weet dan simpelweg niet goed meer hoe je deze handelingen moet uitvoeren.
Leer apraxie en andere (hersen)aandoeningen herkennen bij ouderen met onze training Klinisch Redeneren.
Wat is apraxie?
Apraxie is een beschadiging aan de hersenen. Deze beschadiging heeft invloed op het vermogen om bewegingen te plannen en uit te voeren. De stoornis komt vaak voor in combinatie met afasie (taalstoornis).

Welke vormen van apraxie zijn er?
- Ideatoire apraxie
Bij deze vorm van apraxie weet je niet meer hoe je een activiteit moet uitvoeren. De volgorde van handelingen is verloren gegaan of je houdt voorwerpen niet meer op de goede manier vast. Bijvoorbeeld iemand heeft moeite met aankleden (doet onderbroek over de bovenkleding aan) of gooit de koffie in het waterreservoir van het koffiezetapparaat, etc.
Â
- Ideomotorische apraxie
Bij ideomotorische apraxie ervaar je vooral problemen met het uitvoeren van een beweging op verzoek, terwijl dit vaak wel als automatische reactie lukt. Iemand is bijvoorbeeld niet in staat om op verzoek de hand naar het oor te brengen terwijl spontaan aan het oor krabben wanneer het jeukt, wel lukt.
Â
- Constructieve apraxie
Het ruimtelijke aspect van een handeling is verstoord waardoor iemand bijvoorbeeld niet goed kan tekenen of iets in elkaar zetten.
Â
Andere vormen van apraxie zijn nog:
- Apraxie waarbij iemand een onhandige, ‘klungelige’ indruk maakt. Bewegingen verlopen niet vloeiend en soepel.
- Apraxie van het mondgebied waardoor iemand moeite heeft met het vormen van klanken.
- Het onvermogen om een beweging vol te houden (impersistentie).
- Te lang doorgaan met een handeling of deze blijven herhalen (perseveratie).

Wat zijn de kenmerken van apraxie?
Er zijn verschillende manieren waarop je apraxie kunt herkennen. De kenmerken kunnen dan ook verschillen per persoon. Dit zijn de symptomen van apraxie:Â
- Moeite met het plannen en uitvoeren van bewegingen. Sommige bewegingen kunnen zelfs niet worden uitgevoerd.Â
- Problemen met het volgen van de juiste volgorde van handelingen. Bijvoorbeeld eerst de veters strikken en dan de schoen aandoen.Â
- Dagelijkse gewoontes zoals aankleden, eten en schrijven zijn een uitdaging geworden.Â
- Moeilijkheden met spraak en communicatie, zoals het moeizaam uitspreken van woorden en het maken van gebaren.
Het is belangrijk om te weten dat de ernst en specifieke kenmerken kunnen variëren afhankelijk van de persoon.
Wat zijn de oorzaken?
De oorzaak van apraxie is meestal een beschadiging aan de hersenen. Denk bijvoorbeeld aan een ongeluk of een hersenaandoening. Aandoeningen die leiden tot deze stoornis zijn onder andere: beroerte, hersentumor, dementie of een hersenschudding.
De impact op het dagelijks leven
Apraxie heeft een grote invloed op alle dagelijkse activiteiten. Hoe ernstiger de stoornis, hoe moeilijker het is om deze activiteiten uit te voeren.Â
- Jezelf verzorgen, zoals aankleden, gaat moeilijk of lukt zelfs niet meer.Â
- Mogelijk mag je niet meer deelnemen aan het verkeer. Er kunnen gevaarlijke situaties ontstaan omdat je bepaalde handelingen niet meer weet.

Het verhaal van Helen
Helen, een oudere dame met apraxie, ervaart dagelijks uitdagingen. Het aankleden is een strijd. Ze worstelt met het dichtmaken van knopen en het sluiten van ritsen. Tijdens het eten heeft ze moeite met het vasthouden van bestek, waardoor ze langzamer en minder nauwkeurig kan eten.
Tuinieren, Helens favoriete bezigheid, lukt nu ook niet meer. De stoornis beïnvloedt haar handbewegingen, terwijl tuinieren precieze handelingen vereist. Ook weet ze de volgorde van de handelingen niet meer.
Tips voor mensen met apraxie en verzorgers
Door apraxie kan de patiënt chaotisch en rommelig overkomen. Veel zaken gaan niet goed. De stoornis is ook een probleem als het gaat om het aanleren van nieuwe handelingen of het opnieuw leren van vaardigheden. Tips om de nader behulpzaam te zijn:
- Deel een handeling op in kleine stappen.
- Vereenvoudig handelingen.
- Doe handelingen voor.
- Begeleid handelingen verbaal met korte, concrete aanwijzingen.
- Leg voorwerpen in volgorde klaar.
- Maak een ‘checklist’ van handelingen.
- Bied een serie plaatjes/foto’s van de handelingen in volgorde aan.
- Lok automatische handelingen uit en maak gebruik van bekende gewoonten.
- Begeleid zo nodig de handeling met de eigen handen.
- Geef meer tijd (maar als het echt niet lukt, grijp dan in.
Leer apraxie en andere (hersen)aandoeningen herkennen bij ouderen met onze training Klinisch Redeneren.