Brainstormen
Met brainstormen wordt bedoeld ‘het stimuleren van een groep mensen om over een bepaald onderwerp ideeën te krijgen en die ideeën ook te uiten’. De werkwijze is als volgt:
- Leg duidelijk vast over welk onderwerp het gaat. Doel van het brainstormen is om zo veel mogelijk ideeën te vinden.
- Als het onderwerp goed is omschreven, gaat de voorzitter de groep rond. Iedere deelnemer wordt gevraagd één idee met betrekking tot het onderwerp te noemen. Eén van de deelnemers schrijft het idee op een groot vel papier. Een deelnemer kan meerdere ideeën hebben maar er mag er per ronde telkens maar één worden genoemd.
- Mocht het nodig zijn dan vat de voorzitter het idee bondig samen. Is de samenvatting volgens de inbrenger juist, dan wordt het zo opgeschreven. Alle ideeën worden opgeschreven. Geen enkel idee is dom of onhaalbaar.
- Het is de deelnemers in dit stadium verboden opmerkingen over elkaars ideeën te maken.
- Als ieder aan de beurt is geweest wordt het ‘rondje’ herhaald. Zodra een deelnemer geen ideeën meer heeft ‘past’ deze. Het brainstormen is afgelopen als iedereen gepast heeft.
- Er staan nu vele ideeën op papier. Om er achter te komen welke ideeën de deelnemers het meest aanspreken, wordt er gestemd. De voorzitter vraagt bij elk op papier geschreven idee aan de deelnemers wie dit een goed idee vindt. Het aantal stemmen wordt geteld en achter het betreffende idee geschreven.
- De ideeën die de meeste stemmen hebben gekregen worden omcirkeld.
- Over de omcirkelde ideeën wordt nu, het rijtje af, van gedachten gewisseld. Diegene die het idee heeft ingebracht kan het verduidelijken. De andere deelnemers mogen er nu vragen over stellen. De deelnemers gebruiken nu alle beschikbare informatie, feiten, vroegere ervaringen en mogelijke consequenties.
- Er wordt weer gestemd maar nu alleen over de omcirkelde ideeën. Het aantal stemmen wordt weer geteld.
- De ideeën met de meeste stemmen worden uitgevoerd.