Cirkel van Deming
De cirkel van Deming gaat over procesbesturing. Door het proces te beheren, probeert men een optimaal resultaat te bewerkstelligen. Deming stelt dat voor elk proces sprake moet zijn van een cyclus voor procesbeheersing. De cirkel van Deming is gebaseerd op de samenwerking met Walter A. Shewhart die gezien wordt als één van de grondleggers van Total Quality Management. W. Edwards Deming (1900- 1993) is bekend om de Plan-Do-Check-Act-cyclus, afgekort als PDCA-cyclus en meer bekend als de Deming-cirkel.
- Plan
De planningsfase. Bedenk welke producten of diensten geleverd zullen gaan worden, en op welke wijze. De doelstellingen voor het proces worden SMART gedefinieerd. Duidelijk moet worden wat de resultaten van het proces moeten zijn. Daarnaast is er aandacht voor de randvoorwaarden (beschikbaarheid middelen) en de belangen van de betrokkenen. - Do
Voer uit wat er in Plan bedacht is (zorgvuldig samenwerken) en meet de resultaten. - Check
Ga geregeld na of dat wat er in Plan bedacht is ook daadwerkelijk in Do heeft plaatsgevonden. Als dat niet het geval is, onderzoek dan waar dat door komt (bijvoorbeeld: te ambitieuze doelen, te weinig of verkeerd personeel, meer cliënten en op andere tijden dan verwacht, veranderde wensen van cliënten). De bereikte resultaten worden vergeleken met de doelstellingen. - Act
Doe iets met de constateringen uit Check. Het is niet zinvol om alleen maar te constateren dat iets niet is gegaan zoals gedacht, zonder daarbij na te gaan of en hoe dat in de toekomst vermeden kan worden. Dat betekent dat er wijzigingen in Plan (ofwel in het organiseren) aangebracht moeten worden. Acties worden uitgezet om de resultaten te verbeteren.
Kwaliteit
Niet voor niets is de cirkel van Deming een cirkel: na de besluitvorming van Act, zal er opnieuw ge-Pland moeten worden (lees: aanpassingen bedacht worden), waarna dit wordt uitgevoerd, de haalbaarheid gecheckt, en acties daarop ondernomen. Enzovoort, enzovoort. Om die dynamiek zichtbaar te maken, kan de cirkel van Deming tegen een heuvel worden gezet (zie illustratie).
De heuvel staat voor een steeds betere kwaliteit, ofwel het steeds beter voldoen aan steeds toenemende verwachtingen van cliënten. Door de cirkel van Deming steeds maar weer te doorlopen, kan de kwaliteit steeds verder worden verbeterd.De illustratie laat tevens een wig onder de cirkel zien. Deze wig is een zeer relevant deel van een goed kwaliteitssysteem: hij voorkomt immers dat de cirkel weer van ‘de kwaliteitsheuvel afrolt’. De wig symboliseert de kwaliteitsborging, ofwel het minimum kwaliteitsniveau dat je op een zeker moment wil halen. Het is anders het effect ervan verdwijnt. Door continu en in alle aspecten van de bedrijfsvoering met de ideeën van de cirkel van Deming te werken, werk je aan kwaliteit. Er wordt dan voldaan aan alle criteria uit de definitie van een kwaliteitssysteem.