CVA – Neglect
Een veel voorkomend neuropsychologisch gevolg van een CVA is het zogenaamde neglect-syndroom. ‘Neglect’ betekent negeren. Aan de zijde waar sprake is van verlamming, is dan sprake van een stoornis als het gaat om het bewust waarnemen. Neglect komt vaker voor bij een CVA in de rechter hersenhelft (wanneer iemand dus links hemiplegisch is) dan in de linker hersenhelft en kan samengaan met sensorisch / zintuiglijke of motorische uitval. Iemand kan bijvoorbeeld de arm wel gebruiken maar ‘vergeet’ dit spontaan te doen.
Neglect is niet hetzelfde als hemianopsie. Bij dit laatste is sprake van een gezichtsvelduitval ten gevolge van beschadiging van de oogzenuw. Deze uitval wordt wel opgemerkt door de betrokkene. Kenmerkend voor neglect is dat de betrokkene zich zijn verwaarloosde zijde niet bewust is. Dit maakt het voor de omgeving moeilijk begrijpbaar.
Neglect kan onder meer onderstaande gevolgen hebben:
- botsen tegen deurposten of andere obstakels;
- klem komen te zitten met een hand, arm of rolstoelwiel zonder dit op te merken;
- een lichaamshelft vergeten te wassen of kleden;
- slechts één helft van een bord leegeten;
- problemen met lezen of klokkijken;
- bij bezoek of een groepsgesprek de aandacht slechts naar één kant richten;
- verdwalen (allerlei herkenningspunten aan één zijde worden gemist).
De mate van neglect kan per zintuig verschillen en is niet steeds constant. Zo kan het sterker optreden bij vermoeidheid, een drukke of onbekende omgeving of een meer gecompliceerde taak.
Omdat neglect moeilijk te begrijpen is, is het belangrijk dat goed wordt uitgelegd wat er aan de hand is. De betrokken moet worden aangeleerd niet automatisch te vertrouwen op de waarneming, maar heel bewust daar mee om te gaan. Wanneer de betrokkene zich bewust is dat hij / zij een lichaamshelft vergeet, leidt dit echter lang niet altijd tot het gewenste gedrag. De betrokkene moet er dus vaak aan worden herinnerd. In veel gevallen blijft neglect een hardnekkige en belemmerende beperking.