Dementie met Lewy bodies (DLB)
Deze vorm van dementie vernoemd naar dr. Friedrich H. Lewy (een directe collega van dr. Aloïs Alzheimer) werd voor het eerst beschreven in 1961 en tot voor kort werd de ziekte als een zeldzame vorm van dementie beschouwd.
De laatste jaren zijn er aanwijzingen dat deze vorm van dementie meer voorkomt dan werd gedacht (1). Schattingen lopen dan wel op van 15 tot 20% en daarmee zou het de derde (na vasculaire dementie) of wellicht zelfs tweede meest voorkomende dementie na de ziekte van Alzheimer zijn. Dat komt neer op tussen de 27.000 en 54.000 patiënten (2).
De Lewy bodies
Lewy bodies zijn abnormale eiwitverdikkingen in hersencellen. Hierdoor wordt zowel de dopamine (relatie met Parkinson) als acetylcholine productie verstoord.
Nieuwe technieken in het onderzoek van hersenweefsel hebben de opsporing van Lewy bodies mogelijk gemaakt.
Lewy bodies worden ook aangetroffen bij de ziekte van Parkinson met name in de substantia nigra. Dit is een klein, in de hersenstam gelegen gebied dat te maken heeft met bewegingscontrole.
Tot slot wordt bij een kwart van de Alzheimerpatiënten Lewy bodies aangetroffen, niet alleen in de hersenstam maar ook met name verspreid over de hersenschors.
De oorzaak van het ontstaan van Lewy bodies is nog steeds onbekend.
Diagnose lastig
De symptomen van Lewy body dementie worden gemakkelijk verward met de ziekte van Alzheimer of de ziekte van Parkinson of een combinatie van beide.
Dit zou goed de reden kunnen zijn dat het voorkomen van Lewy body dementie tot voor kort lager werd ingeschat.
Net als de andere vormen van dementie is de vorm van dementie pas definitief vast te stellen bij autopsie.
Symptomen
De diagnose Lewy body dementie is waarschijnlijk indien naast de verschijnselen van dementie twee van onderstaande symptomen optreden (3):
- De mate van alertheid – verwardheid kan van moment tot moment schommelen, het ene moment helder, het andere moment niet aanspreekbaar.
- Bij 70% van de mensen met Lewy body dementie is sprake van hallucinaties vaak al vroeg in het ziekteproces.
- Er zijn verschijnselen die vergelijkbaar zijn als die bij de ziekte van Parkinson zoals tremor, stijfheid, langzame beweging, een gebogen postuur en een afwijkende manier van lopen.
Bij de ziekte van Parkinson is echter de kans op hallucinaties en wanen veel kleiner.
Andere optredende verschijnselen kunnen zijn wanen, apathie en depressiviteit.
Opvallend is verder de overgevoeligheid voor antipsychotica (zoals bijvoorbeeld Haldol) waardoor een schommelende bloeddruk kan optreden, bewegingsstoornissen en een bewustzijnsverlaging.
Deze medicatie moet worden vermeden als het even kan. In het begin van de ziekte is de dementie meestal licht: aandachtsstoornissen en benoemproblemen. Geheugenproblemen zijn in het begin licht maar nemen met het vorderen van de ziekte toe.
Het uitvoeren van praktische handelingen wordt steeds moeilijker. Vandaar de verwarring met de ziekte van Alzheimer.
Het onderscheid zit vooral in de schommelingen in symptomen (zie hierboven), de stoornissen in de motoriek die lijken op Parkinson, hallucinaties en wanen.
Gemiddeld is het verloop vijf tot zes jaar.
Onduidelijkheid bij behandeling
Er bestaat nog veel onduidelijkheid over bepaalde aspecten van behandeling.
Vaak reageren de patiënten averechts of met veel bijwerkingen op de gebruikelijke medicijnen die bij hallucinaties en onrust gegeven worden en op medicijnen die bij de ziekte van Parkinson worden gegeven.
Kijk ook bij onze training ‘omgaan met dementie‘.
Deze training maken we graag op maat voor u.
Neem daarvoor contact op met één van onze adviseurs.