Dementie syndroom
Een proces van geestelijke achteruitgang, in de volksmond dementie genoemd, speelt zich af in de hersenen. Voor veel mensen is dementie een onbegrijpelijke – en daardoor moeilijk te aanvaarden – ziekte. Maar wat bedoelen we nu als we spreken van dementie? Is er dan altijd sprake van een hersenziekte met bepaalde aantoonbare hersenafwijkingen?
Van een longontsteking is bekend dat het een ziekte van de longen is met vast omschreven anatomische afwijkingen. Deze ziekte ontstaat door infectie met bepaalde bacteriën. Het verloop van de ziekte is voorspelbaar en de behandelingsmogelijkheden zijn bekend. Daarna kan volledig herstel volgen.
In deze zin kan bij dementie in zijn algemeenheid lang niet altijd van een ziekte gesproken worden. Bij dementie hoeft het niet te gaan om één bepaalde hersenziekte, met vast omschreven verschijnselen, met een voorspelbare afloop en een bekende behandeling. In dit verband wordt daarom bij een optredende geestelijke achteruitgang liever gesproken over een dementie syndroom. We spreken van een syndroom wanneer we te maken hebben met een aantal kenmerkende verschijnselen, die vaak in een zelfde combinatie voorkomen en die als eenheid moeten worden opgevat. Er treden dan verschijnselen/ gedragingen op, welke overeen komen met de verschijnselen welke optreden bij dementie.
De oorzaak van het optreden van deze verschijnselen kan echter heel verschillend zijn. Zo ook vaak de behandeling en het verdere verloop. Uit schema 1 blijkt duidelijk dat er vele oorzaken kunnen zijn die een dementie syndroom tot gevolg hebben. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen een primaire en secundaire dementie. Primair wil zeggen dat het dementie syndroom direct een gevolg is van het verloren gaan hersencellen. Secundair wil zeggen dat het dementie syndroom een gevolg is van andere ziekten of psycho-sociale omstandigheden. Vaak wordt in dit verband ook wel gesproken van het optreden van pseudo- of schijndementie (de verschijnselen zijn er maar er is geen sprake van dementie).
Schema 1: Het holistische model volgens Wang
In het schema komt niet alleen duidelijk naar voren dat er tal van oorzaken kunnen zijn die een dementie syndroom oproepen maar ook dat deze een lichamelijke, sociale of psychische oorzaak kunnen hebben.
Bij de in het schema opgesomde secundaire elementen gaat het ook altijd om behandelbare oorzaken. Men spreekt dan van “een dementie syndroom dat omkeerbaar (= reversibel) is”. Van belang daarbij is dat deze behandelbare oorzaken tijdig onderkend worden. Blijven ze (te lang) onbehandeld, dan kan het beeld alsnog onomkeerbaar (= irreversibel) worden. In schema 2 staan daarom nog wat uitvoeriger een aantal behandelbare oorzaken. Deze lijst is echter verre van volledig.
Schema 2: Vaak nog behandelbare oorzaken van dementie verschijnselen mits tijdig onderkent | |
Lichamelijke oorzaken | |
vergiftigingen | Overmatig gebruik van alcohol Slaapmiddelen Koolmonoxide Kalmeringsmiddelen Ongunstige combinaties van medicijnen |
Onvoldoende voeding | Tekorten aan bepaalde vitamines (B12) Uitdroging |
Bepaalde ziektes | Longontsteking Blaasontsteking |
Stoornissen in de werking van hormoonvormende organen | Schildklier Alvleesklier |
Aandoeningen / ziektes van andere organen | Hart Longen Lever Nieren |
Verstoorde zintuigfuncties | Gezichtsvermogen Gehoorproblemen |
Aandoeningen van de hersenen | CVA Multiple sclerose Ziekte van Parkinson Hersentumor Hoge druk ventrikels |
Psychosociale oorzaken | |
Angst Eenzaamheid Depressie |
|
Sociale oorzaken | |
Verandering van omgeving Langdurige stress Institutionalisering |
Een goede diagnose-stelling bij iemand die een dement gedrag vertoont is dus erg belangrijk. Er zijn een aantal vuistregels te geven waarmee je een indicatie kunt krijgen of er mogelijk sprake is van schijndementie of dementie. Deze vuistregels tref je in schema 3 aan. Realiseer echter goed dat deze vuistregels nooit een goede diagnose kunnen vervangen.
Schema 3: vuistregels | |
Schijndementie | Dementie |
het begin kan redelijk nauwkeurig worden aangegeven | het begin is niet duidelijk aan te geven |
vanaf het begin een snelle ontwikkeling van de symptomen | symptomen verergeren langzaam |
oudere klaagt over het eigen geestelijk functioneren | oudere klaagt weinig over het eigen geestelijk functioneren |
oudere benadrukt zelf zijn onvermogen | oudere camoufleert zijn onvermogen |
aandacht en concentratie vaak goed behouden | aandacht en concentratievermogen zijn verstoord |
het proces blijkt omkeerbaar te zijn | het proces blijkt niet omkeerbaar |
© BTSG 2017