De gebieden van Broca en Wernicke
Ieder mens met een dementie syndroom krijgt vroeg of laat problemen met de communicatie. Het geheugen wordt minder en er ontstaan problemen met het opnemen, opslaan en weergeven van informatie. Slecht zien en horen evenals de eventuele aanwezigheid van hallucinaties en wanen bemoeilijken het denken en de communicatie.
Bij het proces van dementie treden beschadigingen in de hersenen op. Bij vasculaire dementie ontstaat beschadigd en afgestorven hersenweefsel (atrofie) door stoornissen in de bloedvoorziening. Bij de ziekte van Alzheimer ontstaan eiwitophopingen op plaatsen waar zich voorheen een zenuwcel bevond en verschrompeld de buitenste laag van de hersenschors. Bij Lewy body dementie worden verspreid door de hersenen heen abnormale eiwitneerslagen gevonden in een karakteristieke vorm (de Lewy bodies).
Bij onderstaande afbeeldingen met begeleide tekst kunt u zien wat voor weg informatie in de hersenen moet afleggen door de verschillende onderdelen van de hersenen heen. Zo werkt het bij gezonde mensen. Moet u zich eens voorstellen hoe snel er iets mis kan gaan als er beschadigingen in één of meerdere gebieden van de hersenen voorkomen……
Om een woord te spreken dat wordt gelezen, moet de informatie eerst naar de primaire visuele cortex. Vanuit de primair visuele cortex wordt informatie verstuurd naar het volgende spraakcentrum, inclusief het spraakcentrum van Wernicke (genoemd naar de Poolse wetenschapper Carl Wernicke). Vanuit het spraakcentrum van Wernicke reist de informatie naar het spraakcentrum van Broca, (een gebied dat voor klank en articulatie verantwoordelijk is en genoemd naar zijn ontdekker de Franse neuroloog /chirurg /wetenschapper Paul P. Broca) daarna naar de Primaire Motorische Cortex (motorische schors).
Om een woord te spreken dat menhoort, moet de informatie eerst naar de primaire auditieve cortex worden gestuurd. Vervolgens gaat deze informatie naar het volgende spraakcentrum, waaronder het spraakcentrum van Wernicke. Daarvandaan gaat de informatie naar het spraakcentrum van Broca, en vervolgens naar de primaire motorische cortex.
Schade aan het spraakcentra verschilt
De taalproblemen die geassocieerd worden met de schade aan het spraakcentra van Broca en Wernicke verschillen nogal van elkaar: schade aan het spraakcentrum van Broca (Broca’s afasie) verhindert dat een persoon voor anderen verstaanbare taal uitspreekt, woorden worden niet goed gevormd, de spraak is traag en onduidelijk. Bij schade aan het spraakcentrum van Wernicke (Wernicke’s afasie) verliest de persoon zijn taalbegrip. De persoon kan nog duidelijk spreken, maar aan de geproduceerde woorden is geen touw vast te knopen. Deze manier van spreken wordt in het Engels ook wel “word salad” (woordensalade) genoemd, omdat alle woorden door elkaar gehusseld worden, net zoals de groenten in een salade.
Bij de meeste mensen (97%) is zowel het spraakcentrum van Broca als het spraakcentrum van Wernicke te vinden in het linker hersenhelft van de hersens. In het begin van de jaren 50, beschreven de beroemde neurochirurg Wilder Penfield en zijn collega Herbert Jasper hoe elektrische prikkeling van bepaalde delen van de hersenen taal blokkeren. Deze neurochirurgen hebben deze studie kunnen verrichten door hun patiënten vragen te stellen tijdens de operatie.
In 1960 werd een andere techniek ontdekt die onderzoekers in staat stelde de aan taal gerelateerde hersensactiviteiten te bestuderen. Deze methode, die het ‘Wada Test’ genoemd werd, gebruikte een snelwerkend verdovingsmiddel wat armybarbituraat genoemd wordt. Dit middel wordt in de linker of rechter grote halsslagader gespoten, waarmee de corresponderende hersenhelft verdoofd wordt. Daarom kan de linker- of rechterhelft tijdelijk uitgeschakeld worden. Als de linkerhersenhelft is uitgeschakeld, kunnen mensen die de taalmogelijkheden in de linkerhersenhelft hebben zitten niet spreken of vragen beantwoorden. Maar als de rechterhelft verdoofd wordt, zijn ze wel in staat te spreken en vragen te beantwoorden.
Studies waarbij mensen die een elektroshock therapie hebben ondergaan hebben ook bevestigd dat het taalcentrum zich meestal in het linker deel bevindt. De meest recente techniek die gebruikt wordt om taal te bestuderen is het zichtbaar maken van hersenfuncties. PET-scans laten zien dat veel van de verwachte hersencentra een hogere bloeddoorvoer hebben tijdens een taalactiviteit, maar er zijn ook centra op beide hersenhelften die geactiveerd worden. Daarmee lijkt het dat zelfs de hersenhelft die geen dominante rol speelt bij taal (normaal gesproken de rechterhelft) toch enigszins betrokken is. Het is zelfs zo dat mensen problemen hebben met het uiten van emoties door middel van taal als hun rechterhersenhelft op dezelfde plek beschadigd is waar zich in de linkerhersenhelft het taalcentrum bevindt. Deze stoornis wordt ‘aprosodia’ genoemd.
Tegenhangers
De Duitse hersendeskundige Friedrich Goltz vond bovenstaande benadering te simplistisch en was een aanhanger van het holisme: de hersenen zouden een dynamisch systeem zijn, waarvan je de functie niet kunt begrijpen door het in stukjes op te delen. Hij toonde aan dat de gevolgen van beschadigingen toch niet altijd zo rechtlijnig waren als eerst werd aangenomen: een beschadiging op dezelfde plek kon bij verschillende mensen verschillende problemen geven. En verschillende beschadigingen leidden soms juist tot dezelfde gevolgen. Ook is aangetoond dat bij sommige mensen beschadigingen in de hersenen opvangen kunnen worden door een soort herverdeling waarbij nieuwe verbindingen in de hersenen ontstaan. Broca en Wernicke worden nog steeds erkend, maar tegenwoordig kennen we meer ’taalgebieden’.