Atrofie = afsterven van
Alzheimer gaat gepaard met het verlies van verbindingen tussen neuronen. Daardoor zijn deze niet meer goed in staat om met elkaar te communiceren. Naarmate de ziekte vordert, gaan niet alleen de uitlopers, maar zelfs de hele zenuwcel verloren. Zenuwcellen in onze hersenen zijn, in tegenstelling tot andere cellen in ons lichaam, niet meer in staat zich door deling te vermenigvuldigen. Dit heeft tot gevolg dat zenuwcellen die eenmaal verloren zijn gegaan niet meer kunnen worden vervangen. De schade die ontstaat door het afsterven van zenuwcellen is dus onherstelbaar. Bij patiënten met ernstige vormen van dementie kan, door het verlies van verbindingen tussen neuronen en het afsterven van zenuwcellen, het volume van de hersenen met 10 tot 15% verminderen. Dit verlies van hersenweefsel kan tijdens het leven met scantechnieken zichtbaar worden gemaakt.
In onderstaande beelden krijg je een beeld van de omvang van de atrofie van de hersenen bij dementie:
Grade 1 = normale hersenen
Grade 2 = matige vormen van dementie
Grade 3 = ernstige vorm van dementie