Het Omaha system
Het systeem is ontwikkeld in Amerika en heeft zijn oorsprong binnen de wijkzorg in de plaats Omaha (vandaar de naam). Men was op zoek naar een betere manier om de zorg die cliënten nodig hebben te beschrijven en dat op een eenvoudige(r) en uniforme wijze: ieder moest er snel mee kunnen werken en het moest voor ieder eenduidig zijn. Het systeem moest duidelijk maken: wat zorgverleners doen en waarom, wat er met de cliënten gebeurt en wat het resultaat was. Grootste voordeel van Omaha: het geeft structuur en eenheid van taal. Inmiddels wordt dit systeem in 20 landen gebruikt.
Het systeem kan zowel in de cure als care worden gebruikt voor zorg zowel binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) als de wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het accent ligt op dit moment vooral op toepassing binnen de extramurale zorg (zorg thuis).
De opbouw van het systeem
Het systeem kent vier domeinen (analoog aan de methodiek van het zorgleefplan) waarbinnen 42 aandachtsgebieden worden onderscheiden:
- Het omgevingsdomein -> 4 gebieden.
- Het psychosociale domein -> 12 gebieden.
- Het fysiologische domein -> 18 gebieden.
- Het domein gezondheidsgerelateerd gedrag -> 8 gebieden.
Het totaaloverzicht is dan als volgt:
Domeinen | |||
Omgeving | Psychosociaal | Fysiologisch | Gezondheidsgerelateerd gedrag |
Buurt / werkplek veiligheid Inkomen / financiën Omgevings-hygiëne Woning | Communicatie met maatschappelijk voorzieningen Geestelijke gezondheid Groei en ontwikkeling Interpersoonlijke relaties Mantelzorg / zorg voor kind of huisgenoot Mishandeling/misbruik Rolverandering Rouw Seksualiteit Sociaal contact Spiritualiteit Verwaarlozing | Ademhaling Besmettelijke / infectueuze conditie Bewustzijn Circulatie Cognitie Darmfunctie Gehoor Geslachtsorganen Huid Mondgezondheid Neuro/musculaire/skelet-functie Pijn Postnataal Spijsvertering-vochthuishouding Spraak en taal Urineweg-functie Zicht Zwangerschap | Gebruik van verslavende middelen Gezinsplanning Gezondheidszorg supervisie Medicatie Persoonlijke zorg Slaap en rust-patronen Voeding |
Merk op dat de methodiek niet leeftijd specifiek is opgebouwd maar het gehele terrein van de zorg omvat. Het classificatiesysteem van Omaha vertoont daarmee overeenkomsten met systemen als NANDA.
Elk gebied is nader omschreven in een aantal unieke signalen of symptomen.
Indien wordt vastgesteld dat er op een gebied ondersteuning wenselijk / noodzakelijk is dan wordt bepaald wat voor soort actie nodig is, zeg maar aard van de interventie, waarbij onderscheid wordt gemaakt in:
- Adviseren, instrueren, begeleiden.
- Behandelen.
- Casemanagement.
- Monitoren en bewaken.
Vervolgens wordt de actie geconcretiseerd aan de hand van 75 mogelijke actievlakken (die ook nader worden omschreven) waarbij elke actievlak nog nader gespecificeerd kan worden afgestemd op de unieke situatie van een cliënt.
Actievlakken | |||
ademhalingstherapie anatomie/fysiologie andere voorzieningen in de buurt/gemeenschap bezigheidstherapie blaas zorg communicatie continuïteit van zorg copingsvaardigheden darm zorg discipline erfelijkheid financiën gedragsverandering geestelijke zorg gezinsplanning gips zorg hartzorg en circulatie hechting huidzorg huishouding hulpmiddelen | in positie brengen (houding) infectiepreventie interactie laboratoriumuitslagen looptraining luchtweg zorg materialen (verbruiksartikelen) medicatie coördinatie/bestelling medicatie uitzetten medicatie werking en bijwerkingen medicatietoediening mobiliteit/transfers monster verzameling oefening en beweging omgaan met boosheid omgeving ontspannings-/ademhalingstechnieken opleiding opvang/respijtzorg | persoonlijke hygiëne recept (medicatie) rust/slaap screening signalen/symptomen-fysiek signalen/symptomen-mentaal/emotioneel sociaalwerk in buurt/gemeenschap stimulering/opvoeding stomazorg stress management supportgroep steunsysteem tolk/vertaal diensten veiligheid verslavingszorg vervoer verzorgings- en opvoedingsvaardigheden voeding, beleid/balans voedingsprocedures | welzijn werk wettelijk systeem wondzorg / verband verschonen woon- of verblijfplaats (thuis) zorg bij malaise of letsel zorg door arts/specialist zorg door ergotherapeut zorg door fysiotherapeut zorg door logopedist zorg door psycholoog / maatschappelijk werk zorg door verpleeg-kundige, verzorgende zorg door voedings-deskundige / diëtist zorg door zorghulp zorg in de laatste levensfase zorg rond groei / ontwikkeling overigen |
De resultaten van die acties worden gemeten met behulp van een schaal waarbij onderscheid wordt gemaakt in:
- Status: zeg maar ernst van het gesignaleerde probleem.
- Kennis: wat weet de cliënt zelf over zijn / haar probleem.
- Gedrag: hoe gedraagt de cliënt zich, hoe gaat deze met het probleem om.
Op elke van deze aspecten wordt een score gegeven variërend van:
1 = meest negatief
5 = meest positief
Het resultaat is als volgt:
Status signalen | Kennis (bij cliënt) | Gedrag (van cliënt) |
onbekend / niet van toepassing 1 extreme signalen 2 ernstige signalen 3 matige signalen 4 minimale signalen 5 geen signalen | – onbekend / niet van toepassing 1 geen kennis 2 minimale kennis 3 basis kennis 4 adequate kennis 5 uitstekende kennis | – onbekend / niet van toepassing 1 niet passend gedrag 2 zelden passend gedrag 3 wisselend passend gedrag 4 meestal passend gedrag 5 consistent passend gedrag |
Door dit te scoren op het moment dat een cliënt in zorg komt, tussentijds en op een evaluatiemoment, wordt een beeld verkregen over de mate waarin de acties (interventies) succesvol zijn geweest. In overleg met de cliënt kunnen ook streefdoelen worden bepaald op deze schalen. Bijvoorbeeld: begin status = 1; doel status = 3 enzovoorts.
Een en ander verloopt volgens de methodische / PDCA cyclus.