Neurotransmitters
Er zijn meer dan 50 verschillende neurotransmitters in de hersenen, bijvoorbeeld acetylcholine, dopamine, histamine, noradrenaline en serotonine. De oorzaak van een psychose wordt gezocht in een teveel aan dopamine in de hersenen. De receptoren voor acetylcholine in de hersenen (muscarine receptors) zijn belangrijk in de behandeling van schizofrenie. Men veronderstelt dat deze evenwicht brengen tussen dopamine en acetylcholine. Moderne antipsychotica blokkeren deze receptoren sterk met als gunstig gevolg dat deze bepaalde zeer hinderlijke en mogelijk gevaarlijke bijwerkingen verminderen, maar andere bijwerkingen nemen dan weer toe.
Hersenweefsel bestaat voor het grootste deel uit twee celsoorten: ± 15% neuronen (zenuwcellen) en ± 85% gliacellen (ondersteunende cellen).
De circa 10 miljard neuronen dragen informatie op elkaar over via een ingewikkeld proces waarbij neurotranmitters een belangrijke rol,spelen. Het basisprincipe is als volgt (zie ook de illustratie):
1. | Een neuron stuurt een elektrische prikkel (een boodschap) naar een andere neuron. |
2. | De prikkel komt bij het uiteinde van het (“presynaptische”) neuron. |
3. | In dit uiteinde van het neuron liggen blaasjes opgeslagen met zogenaamde “neurotransmitters”. |
4. | De elektrische impuls zet een aantal reacties in gang. |
5. | De blaasjes met neurotransmitters versmelten met de buitenrand van het uiteinde van het neuron. |
6. | De neurotransmitters komen in een spleet (synaps) tussen twee neuronen. |
7. | De neurotransmitters gaan naar het begin van het volgende (“postsynaptische”) neuron. |
8. | De neurotransmitters binden zich tijdelijk aan een receptor. |
9a. | Via een ingewikkeld chemisch proces wordt er weer een elektrische prikkel doorgestuurd. |
9b. | De neurotransmitters worden afgevoerd en opgeruimd via afbraak door enzymen, heropname in het neuron van oorsprong en opname in gliacellen. |
Zie ook: www.hulpgids.nl