Richtlijnen delier
Voor ziekenhuis en verpleeghuis (2013)
In 2013 is nieuwe richtlijn uitgekomen van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie voor de ziekenhuizen en verpleeghuizen. Deze richtlijn komt in de plaats van de delierrichtlijn uit 2004.
De hoofdpunten van de nieuwe richtlijn zijn:
- Behandel de factoren die de delier uitlokten (de infectie bijvoorbeeld).
- Pas liefst geen fixatie toe en ook geen katheters, drains en infusen.
- Zet in plaats hiervan domotica in en/of maak het mogelijk dat familie (of vrijwilliger) bij de patiënt aanwezig kan zijn en hem toezicht en hulp kan bieden. Indien nodig 7 x 24 uur (tijdelijke ‘rooming inn’)
- Zorg ervoor dat iemand zich zo goed mogelijk kan oriënteren in tijd, plaats en ruimte. Let indien van toepassing, op bril en gehoorapparaat, zorg voor een klok, zorg voor een herkenbare leefomgeving, geef uitleg.
- Zorg voor voldoende beweging en eten en drinken.
- Zorg voor voldoende rust en slaap.
- Antipsychotica medicatie alleen inzetten als voorgaande niet genoeg helpt. Kies dan bij voorkeur voor Haldol, behalve bij Parkinson of Lewy Body.
- Verstrek, zo mogelijk nog vóór dat een delier is ontstaan, mondeling en schriftelijk informatie over het mogelijk optreden van een delier aan patiënten die een verhoogd risico hebben op een delier en aan hun mantelzorgers.
- Preventief voorschrijven van antipsychotica kan overwogen worden bij patiënten met een hoog risico op een delier (bijvoorbeeld mensen die eerder een delier hadden), maar daarbij moeten de eventuele voordelen afgewogen worden tegen de bijwerkingen en risico’s.
- Geef tijdens een delier aan patiënt en mantelzorg herhaald en meevoelend uitleg en bespreek na het delier hoe alles is verlopen en beleefd en ook risico’s op herhaling.
- Zorg voor een goede overdracht naar de zorg thuis of in het verpleeghuis.
Voor huisartsten
Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) actualiseerde haar richtlijn voor het voorkomen, tijdig herkennen en behandelen van delier, en de nazorg. De richtlijn bevat tevens een tabel met onderscheidende kenmerken delier – dementie – depressie.
 | Delier | Dementie | Depressie |
begin | acuut (in uren tot dagen) | sluipend (in maanden tot jaren) | geleidelijk (meestal in enkele weken) |
beloop | symptomen fluctueren over het etmaal (doorgaans meer uitgesproken in avond en nacht) | stabiel over het etmaal | dagschommelingen: doorgaans zijn de klachten ’s morgens erger dan ‘s avonds |
bewustzijn | (afwisselend) gedaald of hyperalert | ongestoord | ongestoord |
aandacht | gestoord | in beginstadium ongestoord | kan gestoord zijn door interesseverlies |
oriëntatie | fluctuerend | gestoord (afhankelijk van ernst dementie) | ongestoord |
spraak | incoherent | afasie (afhankelijk van de ernst) | ongestoord of langzaam |
denken | ongeorganiseerd | verarmd | ongestoord |
geheugen | kortetermijngeheugen gestoord | korte- en langetermijngeheugen gestoord | intact, maar soms gestoord t.g.v. gestoorde aandacht en concentratie |
hallucinaties en wanen | doorgaans aanwezig (vluchtig en inhoudelijk niet-complex) | doorgaans afwezig behalve in latere stadia | doorgaans afwezig (behalve bij psychotische depressie) |