Sociale netwerken
In het kader van de participatiesamenleving doen ouderen meer een beroep op het sociale netwerk voor steun en zorg.
Maar hoe ziet dit sociale netwerk van een oudere eruit? Met een participatiesamenleving wordt bedoeld dat er van burgers wordt verwacht dat zij zelf zoveel mogelijk verantwoordelijkheid nemen voor hun leven. Dus het inschakelen van de overheid wordt daarbij zo lang mogelijk uitgesteld.
Daarbij is het sociale netwerk van groot belang. Met het sociale netwerk wordt bedoeld ‘een groep mensen waarmee een persoon duurzame banden onderhoudt en er sprake is van verbondenheid’.
Niet elk persoon binnen dit sociale netwerk staat even dichtbij de persoon. Hierin wordt een verschil gemaakt.
Je verwacht andere en minder hulp van iemand die verder van je afstaat dan van iemand die heel dichtbij je staat.
Dit betekend dat de omvang van je sociale netwerk niet alles zegt over de hoeveelheid hulp die je kan verwachten. Gedurende de levensloop van iemand veranderd het sociale netwerk ook.
Zo verlaten vrienden en kennissen het sociale netwerk en kleinkinderen en partners van kinderen en kleinkinderen vullen het netwerk aan.
Sociale behoeften
Relaties met anderen zijn een middel om in sociale behoeften te voorzien. Het is voor het welbevinden van een oudere van belang om deze sociale behoeften te vervullen.
Met sociale behoefte wordt contact met andere mensen bedoeld.
Wanneer deze sociale behoefte niet wordt vervult, kan dit negatieve gevolgen voor de fysieke en mentale gezondheid hebben. Wanneer iemand een divers netwerk heeft, dus met verschillende soorten sociale relaties, draagt dit bij aan een groter welbevinden en kwaliteit van leven. Binnen een netwerk is er behoefte aan intieme relaties én oppervlakkige relaties.
Met intieme relaties worden hechte relaties bedoeld met bijvoorbeeld gezinsleden en vrienden. Maar dit kan ook een hechte vriendschap met een buurman / buurvrouw zijn.
Met oppervlakkige relaties worden bijvoorbeeld kennissen, buurtgenoten of mensen die men kent van een vereniging bedoelt. Uit onderzoek (ten Bruggencate, Luijkx, and Sturm, 2018) blijkt dat (vooral bij mannelijke respondenten) een grote behoefte aan gesprekken was over de dagelijkse onderwerpen als het weer, de politiek of wat er op televisie is. Deze gesprekken worden vooral gevoerd met oppervlakkige relaties.
Bij de vrouwelijk respondenten is er meer behoefte aan innige vriendschappen, dus binnen de intieme relaties. Maar ook de vrouwen waarderen een gezellig gesprek met de buurvrouw.
Buren zijn sowieso vaak een belangrijk contact voor ouderen. Dit is zowel in de intieme als oppervlakkige relaties. De sociale controle zorgt voor een gevoel van veiligheid.
Sociale relatie
Elke sociale relatie heeft een functie of waarde, maar deze kan verschillend zijn. Twee aspecten zijn hierin bepalend (Literatuur: Géron, september 2018, jaargang 20);
- Sociale verbondenheid
Sociale verbondenheid wil zeggen dat er een vriendschapsband of simpelweg een relatie is tussen twee personen. Dit is vaak een gelijkwaardige relatie. Ouderen voelen zich verbonden met familie en vrienden. Maar ook deelname aan activiteiten dragen bij aan een gevoel van verbondenheid.
Verbondenheid kan dus met intieme, maar ook met oppervlakkige contacten ontstaan.
- Sociale steun
Sociale steun heeft te maken met de steun die netwerkleden elkaar geven.
Deze steun kan emotioneel of praktisch zijn. De relatie is soms minder gelijkwaardig omdat één persoon de ‘ontvanger’ is en de andere de ‘gever’ is van de sociale steun.
Sociale steun en onafhankelijkheid gaan niet altijd samen. Aan de ene kant is een oudere geholpen met deze sociale steun doordat hij/zij langer onafhankelijk blijft (langer thuis wonen). Aan de andere kant kan het gevoel van afhankelijkheid vergroten. Ouderen willen vaak niemand tot last zijn en zo lang mogelijk onafhankelijk blijven. Zij vinden het vaak onprettig om praktische en sociale steun te ontvangen zonder dat ze daar iets voor terug kunnen geven. Zij ontvangen deze steun dan ook liever van professionals dan van intieme relaties.