Sundowning syndroom
Met het sundowning syndroom wordt bedoeld de verandering in het gedrag van veel ouderen met dementie tegen het eind van de middag waarbij ze rustelozer worden naar huis of hun ouders willen, gaan rondlopen, moeilijk gerust te stellen zijn, verwarder en onsamenhangender zijn.
Dr. Fiolet heeft hiervoor een mogelijke verklaring gevonden. Zijn redenatie is globaal als volgt. Naarmate we ouder worden hebben we minder slaap nodig. Oudere mensen zouden daardoor al aan zes uur slaap genoeg hebben. Er is dus een waaktijd van zo’n achttien uur. Geen enkele oudere kan zoveel tijd achtereen wakker blijven.
De behoefte aan slaap neemt weliswaar af maar niet de behoefte aan fysieke rust. Deze neemt juist toe. Een dagritme waarbij ouderen van pakweg 08.00 uur tot 20.00 uur wakker blijven, maakt dat ze in de loop van de middag erg moe worden. Voldoende moe voor een slaap van de eerder genoemde zes uur. Gevolg: toenemende vermoeidheid in de middag, vroeg naar bed en midden in de nacht weer wakker.
Beter is dus om hen wat langer ’s middags te laten rusten en dan in de avond activiteiten aan te bieden. De kwaliteit van het middagdutje is anders dan de nachtelijke waardoor de behoefte aan slaap niet zal afnemen. Slapen van 14.00 uur tot 18.00 zal vaak niet haalbaar zijn, maar wel tot bijvoorbeeld 16.00 uur. Hierdoor kunnen de ouderen meer genieten van de periodes dat zij wakker zijn (meer uitgerust) Omdat ze later naar bed gaan zullen de nachten ook beter (rustiger verlopen) en, bijkomend voordeel, de tijd tussen avondmaaltijd en ontbijt wordt wat verkort.