Unmet Needs (onvervulde behoeften)
In de aanpak van onbegrepen gedrag wordt ‘anders leren omgaan met het gedrag’ als uitgangspunt genomen. Bij deze theorie, ontwikkeld door de Amerikaanse psycholoog Cohen-Mansfield, wordt uitgegaan van onvervulde behoeften van de cliënt met dementie als verklaring voor onrustig of ander onbegrepen gedrag.
Volgens haar ontstaat onbegrepen gedrag omdat cliënten met dementie steeds meer het vermogen missen om hun problemen onder woorden te brengen. Mensen in de omgeving merken deze behoeften vaak niet op, begrijpen ze niet of voelen zich niet in staat ze te vervullen. Naast niet-vervulde fysieke behoeften zoals pijn, honger of dorst, leiden mensen met gevorderde dementie die onbegrepen gedrag vertonen vaak aan onder- of overprikkeling, verveling, eenzaamheid of angst. In onze reacties gaan wij vaak voorbij aan de behoeften van het individu.
Elk mens streeft ernaar zo veel mogelijk leuke ervaringen te hebben en vervelende ervaringen te vermijden. Bij dementie werkt dit principe ook nog: het gevoel wordt ‘onthouden’ dat met een bepaalde handeling gepaard ging ook al kan men het voorval niet meer (precies) herinneren.
Zo kan een onenigheid met een verzorgende ertoe leiden dat de cliënt met dementie die verzorgende gaat mijden (wegdraaien, weglopen etc.) zonder dat deze nog iets weet over die onenigheid. De verzorgende is ‘gekoppeld aan een onprettig gevoel’. Dit ‘emotionele geheugen’ blijft veel langer intact.
Bij dementie nemen de probleemoplossende vaardigheden af, worden steeds meer behoeften niet meer vervuld en kunnen ook niet meer onder woorden worden gebracht. De emotie in de vorm van stress die hierdoor ontstaat, zal steeds vaker zijn weg vinden in een (natuurlijke) ‘vechten of vluchten reactie’. Wanneer iets niet lukt (vervelend gevoel) is de kans dat men dit gaat vermijden groot. Gevolg, men wordt voor die zaken in de ogen van de omgeving afhankelijk met vervolgens weer als gevolg dat de omgeving dit vaak gaat overnemen. Er is dan sprake van (verdere) aangeleerde hulpeloosheid. De cliënt met dementie wordt steeds passiever of vertoont onbegrepen gedrag.
Deze theorie is terug te vinden in de benadering van Anneke van der Plaats (De wondere wereld van dementie)