Van den Brink-Tjebbes
Zij gaat uit van een theorie over zelfzorg waarbij zij stelt dat zelfzorg noodzakelijk is om zinvol te kunnen leven. Eigen verantwoordelijkheid en een holistische mensvisie staan centraal. Indien een individu de eigen zelfzorg niet meer kan verrichten, er is dan sprake van een zelfzorgtekort, dan kan een verpleegkundige het individu daarbij ondersteunen of de tekorten aanvullen of overnemen. Zij maakt onderscheidt in 18 zelfzorggebieden (zie schema).
De 18 aspecten van zelfzorg kunnen niet los van elkaar gezien worden, zij beïnvloeden elkaar (holistisch). De mens is in principe zelf verantwoordelijk voor de zelfzorg. De wijze waarop een bepaald individu dat doet is voor elk individu verschillend (uniciteit). Het vermogen tot zelfzorg is mede afhankelijk van de levensfase waarin iemand verkeert. Een baby heeft minder vermogen tot zelfzorg dan een volwassene.
Aspecten van zelfzorg Van den Brink-Tjebbes | |
1 | het lichaam als verschijningsvorm |
2 | houding en (voort-)beweging |
3 | circulatie |
4 | ademhaling |
5 | warmteregulatie |
6 | spijsvertering |
7 | uitscheiding afvalstoffen |
8 | informatievoorziening (zintuigen) |
9 | neurologisch stuurmechanisme |
10 | hormonaal stuurmechanisme |
11 | levensritmen |
12 | seksueel functioneren |
13 | psychisch functioneren |
14 | communiceren |
15 | functioneren in omgeving |
16 | functioneren in persoonlijke relaties |
17 | functioneren in samenlevingsverbanden |
18 | functioneren in de religieuze en levensbeschouwelijke context |
Voordeel: beschrijving van herkenbare gewoonten en gedragingen van het dagelijks functioneren | |
Nadeel: geen oorzaken van gedrag, sterk gestructureerd, leiding ligt bij de interviewer |