Archief
Onderzoek heeft echter uitgewezen dat er geen enkel verband bestaat tussen aderverkalking in de hersenen en dementie.
Toch heeft 15 à 20% van de dementie gevallen met problemen met de aderen in het hoofd te maken.
Deze vorm van dementie is namelijk een gevolg van een (beperkte vorm van) beroerte. Een bloedstolseltje kan loskomen, met de bloedstroom worden meegevoerd en in een (klein) bloedvat in de hersenen vast komen te zitten.
Omdat dit bloedvat daardoor plotseling geheel verstopt wordt (embolie), krijgt het er achter liggende weefsel geen vers bloed meer aangevoerd en sterft het af. Dit noemt men een herseninfarct. Wanneer het een grote bloedprop is, die een grote ader afsluit, dan komt een groter stuk van de hersenen zonder bloed te zitten met alle ernstige gevolgen van dien (bijvoorbeeld een halfzijdige verlamming). We spreken dan van een beroerte.
Gaat het om heel kleine bloedstolseltjes, die een vaatje in de hersenen verstoppen, dan ontstaan kleine infarcten (zogenaamde TIA’s), met beperkte schade. Maar naarmate er, met verloop van tijd, meerdere kleine infarcten gaan optreden, kunnen verschijnselen van dementie ontstaan. Men spreekt dan van vasculaire (in het verleden ook wel multi-infarctdementie of MlD genoemd) dementie.
Deze vorm van dementie is de tweede belangrijkste vorm van dementie na de ziekte van Alzheimer. Beide aandoeningen verschillen echter in meerdere opzichten van elkaar. Wisselvallig verloop
Het begin van deze vorm van dementie is acuut, in tegenstelling tot de ziekte van Alzheimer die een sluipend begin heeft. Het plotselinge wegvallen van functies wijst dus op een vasculaire oorzaak. Een tweede kenmerk van deze vorm van dementie is dan ook dat er sprake is van een stapsgewijze verslechtering (telkens als zich weer een infarct je voordoet). De geestelijke achteruitgang vindt min of meer schoksgewijs plaats en kent ook stabiele periodes. In deze stabiele periodes kan er zelfs sprake zijn van een zekere mate van herstel. Omdat personen met deze vorm van dementie veel langer een besef hebben van hun ziekte, is dat extra vervelend.
Ook deze vorm van dementie is ongeneeslijk De gemiddelde levenskans bij vasculaire dementie bedraagt vijf jaar terwijl dat in het geval van de ziekte van Alzheimer gemiddeld langer is. Onder de personen die aan deze vorm van dementie lijden, zitten relatief meer jongere ouderen (50 à 65 jaar). Sommigen spreken daarom van een preseniele (voor de ouderdom) vorm van dementie. Mensen met een voorgeschiedenis van hoge bloeddruk ( hypertensie), suikerziekte (diabetes), hart- en vaataandoeningen, herseninfarctjes en beperkte CVA’s (beroerte).
De pathologische hersenafwijkingen bij vasculaire dementie zijn ook duidelijk anders. Bij vasculaire dementie gaat hersenweefsel verloren doordat de bloedtoevoer afgesneden wordt, voor Alzheimer zijn de seniele plaques en neurofibrillaire kluwens (tangles) kenmerkend. Symptomen
De optelsom van de kleine infarcten resulteert in de dementie. Uiteenlopende functies kunnen worden aangetast al naar gelang van de plaats in de hersenen waar de meeste beschadigingen optreden.
De op de voorgrond optredende problemen kunnen het geheugen betreffen, de coördinatie of de spraak (afasie).
Bij het optreden van geheugenproblemen is er geen sprake van een brede achteruitgang van het geheugen. Je kunt eerder spreken van het ontstaan van ‘gaten’ in het geheugen. Andere mogelijke problemen betreffen het ontstaan van evenwichts- en gezichtsstoornissen en neurologische uitvalverschijnselen zoals lichte verlammingen.
Door het uitvallen van specifieke delen van de hersenen blijven andere delen intact en dus ook de vaardigheden.
Dat geldt ook (in tegenstelling tot Alzheimer) voor iemands persoonlijkheid.
Tragisch is dat de mensen met vasculaire dementie zich langer bewust zijn van hun achteruitgang (bij Alzheimer is dat vooral in de beginfase) wat leidt tot gevoelens van neerslachtigheid en angst.
Dit ervaren van het verlies van vermogens kan leiden tot woede (vergelijk het met het doorlopen van een rouwproces zoals omschreven door Kübler-Ross).
De behandeling richt zich op het proberen te voorkomen van nog meer infarcten.
Naast medicatie richt de behandeling zich op zaken die te maken hebben met levensstijl die de kans op vaatproblemen verminderen zoals gewicht verliezen, het gebruik van verzadigde vetten verminderen, lichaamsoefeningen doen, stoppen met roken, alcoholgebruik matigen en het behandelen van hoge bloeddruk (hypertensie) en suikerziekte (diabetes). Kijk eens bij onze training ‘Omgaan met dementie‘.
We maken deze training graag voor u op maat.
Neem daarvoor contact op met één van onze adviseurs.

Vasculaire dementie
Vroeger dacht men dat dementie veroorzaakt werd door aderverkalking in de hersenen. In de volksmond werd gesproken van ‘verkalking in het hoofd.Onderzoek heeft echter uitgewezen dat er geen enkel verband bestaat tussen aderverkalking in de hersenen en dementie.
Toch heeft 15 à 20% van de dementie gevallen met problemen met de aderen in het hoofd te maken.
Deze vorm van dementie is namelijk een gevolg van een (beperkte vorm van) beroerte. Een bloedstolseltje kan loskomen, met de bloedstroom worden meegevoerd en in een (klein) bloedvat in de hersenen vast komen te zitten.
Omdat dit bloedvat daardoor plotseling geheel verstopt wordt (embolie), krijgt het er achter liggende weefsel geen vers bloed meer aangevoerd en sterft het af. Dit noemt men een herseninfarct. Wanneer het een grote bloedprop is, die een grote ader afsluit, dan komt een groter stuk van de hersenen zonder bloed te zitten met alle ernstige gevolgen van dien (bijvoorbeeld een halfzijdige verlamming). We spreken dan van een beroerte.
Gaat het om heel kleine bloedstolseltjes, die een vaatje in de hersenen verstoppen, dan ontstaan kleine infarcten (zogenaamde TIA’s), met beperkte schade. Maar naarmate er, met verloop van tijd, meerdere kleine infarcten gaan optreden, kunnen verschijnselen van dementie ontstaan. Men spreekt dan van vasculaire (in het verleden ook wel multi-infarctdementie of MlD genoemd) dementie.
Deze vorm van dementie is de tweede belangrijkste vorm van dementie na de ziekte van Alzheimer. Beide aandoeningen verschillen echter in meerdere opzichten van elkaar. Wisselvallig verloop
Het begin van deze vorm van dementie is acuut, in tegenstelling tot de ziekte van Alzheimer die een sluipend begin heeft. Het plotselinge wegvallen van functies wijst dus op een vasculaire oorzaak. Een tweede kenmerk van deze vorm van dementie is dan ook dat er sprake is van een stapsgewijze verslechtering (telkens als zich weer een infarct je voordoet). De geestelijke achteruitgang vindt min of meer schoksgewijs plaats en kent ook stabiele periodes. In deze stabiele periodes kan er zelfs sprake zijn van een zekere mate van herstel. Omdat personen met deze vorm van dementie veel langer een besef hebben van hun ziekte, is dat extra vervelend.
Ook deze vorm van dementie is ongeneeslijk De gemiddelde levenskans bij vasculaire dementie bedraagt vijf jaar terwijl dat in het geval van de ziekte van Alzheimer gemiddeld langer is. Onder de personen die aan deze vorm van dementie lijden, zitten relatief meer jongere ouderen (50 à 65 jaar). Sommigen spreken daarom van een preseniele (voor de ouderdom) vorm van dementie. Mensen met een voorgeschiedenis van hoge bloeddruk ( hypertensie), suikerziekte (diabetes), hart- en vaataandoeningen, herseninfarctjes en beperkte CVA’s (beroerte).
De pathologische hersenafwijkingen bij vasculaire dementie zijn ook duidelijk anders. Bij vasculaire dementie gaat hersenweefsel verloren doordat de bloedtoevoer afgesneden wordt, voor Alzheimer zijn de seniele plaques en neurofibrillaire kluwens (tangles) kenmerkend. Symptomen
De optelsom van de kleine infarcten resulteert in de dementie. Uiteenlopende functies kunnen worden aangetast al naar gelang van de plaats in de hersenen waar de meeste beschadigingen optreden.
De op de voorgrond optredende problemen kunnen het geheugen betreffen, de coördinatie of de spraak (afasie).
Bij het optreden van geheugenproblemen is er geen sprake van een brede achteruitgang van het geheugen. Je kunt eerder spreken van het ontstaan van ‘gaten’ in het geheugen. Andere mogelijke problemen betreffen het ontstaan van evenwichts- en gezichtsstoornissen en neurologische uitvalverschijnselen zoals lichte verlammingen.
Door het uitvallen van specifieke delen van de hersenen blijven andere delen intact en dus ook de vaardigheden.
Dat geldt ook (in tegenstelling tot Alzheimer) voor iemands persoonlijkheid.
Tragisch is dat de mensen met vasculaire dementie zich langer bewust zijn van hun achteruitgang (bij Alzheimer is dat vooral in de beginfase) wat leidt tot gevoelens van neerslachtigheid en angst.
Dit ervaren van het verlies van vermogens kan leiden tot woede (vergelijk het met het doorlopen van een rouwproces zoals omschreven door Kübler-Ross).
Om deze vorm van dementie van de ziekte van Alzheimer te onderscheiden, worden een aantal kenmerkende verschillen nagelopen. Hoe meer van de onderstaande verschijnselen bij iemand vastgesteld worden, hoe meer kans er bestaat dat het om vasculaire dementie gaat:
- abrupt begin
- sprongsgewijze achteruitgang
- wisselende ernst van de symptomen
- nachtelijke onrust
- relatief goed bewaarde persoonlijkheid
- depressieve stemming
- emotionele labiliteit
- verhoogde bloeddruk
- reeds doorgemaakt CVA
- specifieke neurologische verschijnselen (verlammingen, gezichtsstoornissen)
- tekenen van aderverkalking
Daarnaast wordt gebruik gemaakt van technieken als het EEG (elektro-encefalogram) en de CT-scan (computer- tomografie) of, voor het vaststellen van kleinere infarcten, een MRI-scan (magnetische resonantie).
Behandeling van vasculaire dementie is niet eenvoudig. Door een infarct is immers een stuk hersenweefsel definitief verloren gegaan.De behandeling richt zich op het proberen te voorkomen van nog meer infarcten.
Naast medicatie richt de behandeling zich op zaken die te maken hebben met levensstijl die de kans op vaatproblemen verminderen zoals gewicht verliezen, het gebruik van verzadigde vetten verminderen, lichaamsoefeningen doen, stoppen met roken, alcoholgebruik matigen en het behandelen van hoge bloeddruk (hypertensie) en suikerziekte (diabetes). Kijk eens bij onze training ‘Omgaan met dementie‘.
We maken deze training graag voor u op maat.
Neem daarvoor contact op met één van onze adviseurs.