Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg (BIG)
De wet BIG heeft als doel de kwaliteit van de beroepsuitoefening te bevorderen en te bewaken, en de patiënt te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen van beroepsbeoefenaren.
De wet BIG is een kaderwet, dit houdt in dat in de wet de kaders worden aangegeven waarbinnen instellingen voor gezondheidszorg hun eigen beleid dienen te formuleren.
De wet beoogt gezondheidszorg kwalitatief op een hoog niveau te brengen c.q. houden. Dit betekent onder meer dat vanwege de wet afspraken gemaakt moeten worden in instellingen inzake wie welke (be)handelingen kan en mag uitoefenen.
- De wet geeft kaders aan inzake de bevoegdheden van beroepsbeoefenaren.
- De wet bewaakt de opleidingseisen van opleidingen voor beroepen in de gezondheidszorg.
- De wet biedt bescherming aan beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.
- De wet regelt tuchtrecht voor verpleegkundigen en fysiotherapeuten.
Voorbehouden handelingen
In de Wet BIG zijn een aantal handelingen voorbehouden aan de daartoe bevoegde beroepsbeoefenaren. Deze bevoegdheidsregeling voorbehouden handelingen is in de wet opgenomen om te voorkomen dat door ondeskundig handelen de patiënt onaanvaardbare risico’s loopt.
Artsen hebben op grond van de Wet BIG zelfstandige bevoegdheid. Als zij bekwaam zijn mogen zij op eigen gezag een indicatie stellen en een voorbehouden handeling uitvoeren. Onder bepaalde voorwaarden mogen zij een opdracht geven aan een niet zelfstandig bevoegde om de voorbehouden handeling uit te voeren. Ook tandartsen en verloskundigen zijn zelfstandig bevoegd bepaalde voorbehouden handelingen te verrichten als zij bekwaam zijn. De handelingen moeten wel binnen het in de Wet BIG omschreven deskundigheidsgebied liggen.
Verpleegkundigen die geregistreerd zijn in het BIG-register komen in aanmerking voor de regeling van functionele zelfstandigheid. Deze regeling houdt in dat zij in opdracht van een arts, tandarts of verloskundige zelfstandig voorbehouden handelingen mogen uitvoeren zonder dat de opdrachtgever toezicht houdt en de mogelijkheid heeft om tussenbeide te komen. Voorwaarde is dat de verpleegkundige bekwaam is.
Alle overige beroepsbeoefenaren mogen weliswaar in opdracht van een arts, tandarts of verloskundige voorbehouden handelingen uitvoeren, maar de opdrachtgever moet de gelegenheid hebben toezicht te houden en de mogelijkheid hebben om als het nodig is tussenbeide te komen. Ook hier geldt dat de opdrachtgever de uitvoerder bekwaam moet vinden en dat de uitvoerder zichzelf bekwaam moet achten de handeling met succes uit te voeren.
Wanneer is iemand bekwaam?
Bekwaamheid bestaat uit een aantal afzonderlijke componenten; kennis, kunde en attitude:
- Onder kennis wordt in dit kader verstaan de noodzakelijke, contextgebonden, kennis die betrekking heeft op één voorbehouden handeling.
- Onder kunde wordt verstaan de vaardigheid tot het uitvoeren van de voorbehouden handeling.
- Onder attitude wordt verstaan een professionele houding.
Ter illustratie: Bekwaamheid voor het injecteren van insuline houdt dus in dat een medewerker;
- de injectie als zodanig goed (volgens protocol) kan uitvoeren;
- weet wat voor een effect insuline heeft op de cliënt, wat de gevaren zijn die mogelijk optreden bij het geven van injecties en welk gedrag van de cliënt verwacht mag worden na toedienen van insuline;
- de cliënt op de juiste wijze tegemoet treedt, dat wil zeggen uitleggen wat er gaat gebeuren, de cliënt goed observeert tijdens de handeling en op adequate wijze de handeling rapporteert.
Over de ‘Bevoegdheidsregeling voorbehouden handeling’ is een brochure van het ministerie beschikbaar dat je kunt vinden op www.bigregister.nl