Wat is zelfzorg?
Zelfzorg betekent simpelweg voor jezelf zorgen. Dorothea Orem (1914 – 2007) beschouwde het als het geven van professionele hulp aan mensen die niet goed voor zichzelf kunnen zorgen. Deze mensen ervaren een zelfzorgtekort. Door dit tekort zijn zij niet in staat om voor zichzelf te zorgen op een manier dat je kunt spreken van een gezond leven.
Voorbeelden van zelfzorgactiviteiten:
- Maaltijden koken en eten
- Zelfstandig naar het toilet gaan
- Afspreken met familie en vrienden
Met zelfzorg bedoelt Orem het vermogen van mensen om in verschillende omstandigheden en in verschillende levensfasen voor zichzelf of hun omgeving te zorgen. Daar waar mensen dat niet meer kunnen, moeten anderen dit overnemen en aanvullen.
‘Zelfzorg is het vermogen van mensen om in verschillende omstandigheden en in verschillende levensfasen voor zichzelf of hun omgeving te zorgen.’
Het doel van zelfzorg
De zorgactiviteiten hebben een bepaald doel, ze hebben te maken met een eigen manier van leven die bijdraagt tot een gezond leven. Het doel van zelfzorg is volgens deze theorie dat een mens altijd iets doet of laat wat hij belangrijk of waardevol vindt. Naast zelfzorg is er ook wat we ‘mantelzorg’ noemen, wat eigenlijk zorg is die dicht bij zelfzorg ligt.
Eisen voor zelfzorg
Wat is nodig om goed te leven, je te ontwikkelen en gezond te blijven? Orem spreekt in dit verband over de vereiste zelfzorg en onderscheidt daarin drie categorieën van zelfzorgbehoeften.
- Universele zelfzorgbehoefte (basisbehoeften)
Het gaat daarbij om behoeften die voor iedereen gelden zoals behoefte aan lucht, voedsel, vocht en uitscheiding (zie ook Maslow).
- Ontwikkelingsbepaalde zelfzorgbehoeften (leeftijdsgebonden behoeften)
Deze zelfzorgbehoeften worden bepaald door de levensfase waarin je je bevindt. Bij iedere levensfase kunnen bepaalde activiteiten wel, niet of anders gedaan en beleefd worden.
- Gezondheidsbepalende zorgbehoeften (gezondheidsgerelateerde behoeften)
Gezondheidsgerelateerde behoeften onstaan wanneer je ziek bent of een handicap hebt. Bijvoorbeeld leren omgaan met handicap. De zorgbehoefte wordt als het ware aangepast aan wat men op dat moment kan.
Zelfzorgvermogen
Zelfzorg is niet iets dat aangeboren is. Zelfzorg is aangeleerd gedrag. In de loop van je leven leer je hoe belangrijk zelfzorg is voor een gezond bestaan. Je omgeving speelt een belangrijke rol bij het aanleren van zelfzorgactiviteiten.
‘Het zelfzorgvermogen is de verbindende schakel tussen zelfzorg en zelfzorggedrag.’
Orem noemt het zelfzorgvermogen de verbindende schakel tussen zelfzorg en zelfzorggedrag. Met zelfzorgvermogen wordt bedoeld in hoeverre iemand in staat of bekwaam is tot het verrichten van zelfzorg. Er bestaan grote verschillen tussen mensen wat betreft de ontwikkeling van dit zelfzorgvermogen.
Of iemand in staat is het zelfzorgvermogen te gebruiken hangt af van de situatie. Bijvoorbeeld iemand met reuma kan door hevige pijn zijn zelfzorgvermogen niet ten volle benutten, of de dokter heeft tijdelijk bedrust voorgeschreven en hierdoor is het niet mogelijk het zelfzorgvermogen volledig te gebruiken. Er zijn verschillende mate waarin iemand gebruik kan maken van zijn zelfzorgvermogen: het kan volledig, gedeeltelijk (ziekte, handicap), of helemaal niet (coma, dementie) gebruikt worden. Het zelfzorgvermogen is dus per individu verschillend.
Leer onbegrepen gedrag verminderen bij cliënten in de training GVP-expert. Schrijf je snel in.
Zelfzorgtekort
Wanneer het zelfzorgvermogen en de zelfzorgbehoeften in evenwicht zijn, is sprake van een gezond bestaan. Als dit niet het geval is, is er sprake van een zelfzorgtekort. Bij een zelfzorgtekort is men tijdelijk of blijvend, niet in staat voor zichzelf te zorgen. Door het zelfzorgvermogen en het ontstane zelfzorgtekort juist in te schatten kan er zorg op maat worden geboden.
‘Als het zelfzorgvermogen en zelfzorgbehoeften niet in evenwicht zijn, is er sprake van een zelfzorgtekort.’
Hoe bepaal je iemands zelfzorgvermogen?
Een goede manier om iemands zelfzorgvermogen te bepalen is het stellen van een drietal vragen:
- ‘Wat kan iemand?’
Wat kan de persoon op het lichamelijk, geestelijk en sociaal gebied?
- ‘Wat weet iemand?’
Heeft de persoon kennis en inzicht in zijn of haar zorgbehoeften?
- ‘Wat wil iemand?’
Wat motiveert deze persoon?
Afhankelijk van het antwoord kan de zorg worden aangepast op de behoeften van deze persoon. De drie vragen kunnen elkaar overlappen. Daarnaast kan een combinatie van factoren een rol spelen. Iemand kan iets niet, omdat hij niet weet hoe. Of iemand wil iets niet omdat hij daar geestelijk niet in staat is.
Wat zijn de basisbehoeften volgens de Zelfzorgtheorie?
- Ademen
- Drinken
- Eten
- Naar het toilet gaan
- Gezond evenwicht in bewegen en rusten
- Gezond evenwicht in alleen zijn en sociaal contact
- Gevaren vermijden
- Menselijk functioneren en sociale ontwikkeling bevorderen
Leer onbegrepen gedrag verminderen bij cliënten in de training GVP-expert. Schrijf je snel in.