De ziekte van Alzheimer
In 1906 was het de Duitse arts Alois Alzheimer (1864-1915) die kenmerkende veranderingen ontdekte in het hersenweefsel van mensen die aan dementie waren overleden. Hij had een vrouw behandeld die was overleden na jaren problemen te hebben gehad met haar geheugen, verward overkwam en moeite had met het begrijpen van vragen. Na haar dood deed hij een autopsie op haar hersenen en beschreef opeenhopingen buiten en rondom de hersencellen (amyloïde plaques). Binnenin de hersencellen merkte hij de aanwezigheid van een kluwen vezels op (neurofibribrillaire tangles). Sinds die tijd is de ziekte naar hem vernoemd. Het waarnemen van de plaques en tangles tijdens een autopsie is op dit moment nog steeds nodig om de ziekte van Alzheimer met 100% zekerheid vast te stellen.
Er heeft veel onderzoek plaatsgevonden naar de oorzaken van het ontstaan van de voor de ziekte van Alzheimer kenmerkende plaques en tangles in de hersenen. Bovendien krijgen wetenschappers een steeds groter inzicht in de mogelijke genetische factoren met betrekking tot de ziekte van Alzheimer. Inmiddels is duidelijk dat niet alleen genetische factoren een rol spelen. Omgevingsfactoren, zoals bijvoorbeeld voedsel, hebben wellicht ook een invloed op het ontstaan van de ziekte. Naar deze omgevingsfactoren wordt uitgebreid onderzoek gedaan.
Er is ondanks soms veelbelovende krantenberichten geen geneesmiddel dat de ziekte van Alzheimer kan voorkomen of stopzetten. Wel zijn er middelen verkrijgbaar die het verloop van de ziekte vertragen.
Meest voorkomende vorm van dementie
De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie, bij ongeveer 70% van alle gevallen gaat het om deze vorm. De ziekte openbaart zich vooral bij ouderen boven de 65 jaar. Naarmate de leeftijd stijgt neemt de kans op de ziekte toe.
Nederland telt op dit moment zo’n 225.000 mensen met dementie, waarvan dus het merendeel de ziekte van Alzheimer heeft. Door de vergrijzing en met name de dubbele vergrijzing, zal dit aantal in 2050 zijn gestegen naar ruim 500.000.
Verloop
Alzheimer begint vaak met geheugenverlies. Vooral het limbische systeem wordt door deziekte aangetast. Eerst gaat het nog om een lichte vorm als gevolg van inprentingsproblemen (nieuwe informatie wordt steeds moeizamer opgenomen), maar naarmate de ziekte vordert gaan ook oude herinneringen verloren en neemt het geheugenverlies ernstige vormen aan.
Als gevolg van deze problemen treden oriëntatieproblemen plaats (tijd, plaats en persoon) en uiteindelijk gaan de verstandelijke vermogens in zijn geheel steeds verder achteruit.
De duur van de ziekte is gemiddeld zeven jaar. Het tempo waarin Alzheimer zich ontwikkelt verschilt per persoon. Tijdens het proces zijn verschillende stadia te onderscheiden telkens met een kenmerkende verslechtering van de geestelijke en lichamelijke conditie
Onderzoek naar oorzaken
Britse wetenschappers suggereren (2013) een nieuwe chemische stof te hebben ontdekt waarmee mogelijk in de toekomst het afsterven van hersencellen bij neurodegeneratieve aandoeningen als de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Parkinson kan worden voorkomen.
De onderzoekers van onder meer University of Leicester infecteerden de hersenen van jonge muizen met Creutzfeldt-Jacob. Bij deze ziekte vindt hetzelfde proces in de hersenen plaats als bij Alzheimer en parkinson. Tijdens het onderzoek bleek het toedienen van een bepaalde chemische stof bij de geïnfecteerde muizen een beschermende werking te hebben. De hersencellen stierven niet af en de muizen vertoonden geen klinische verschijnselen. De muizen ondervonden overigens wel ernstige bijwerkingen. Ze kampte met enorme gewichtsafname en ontwikkelden en lichte vorm van diabetes.
Volgens Dr. Wiep Scheper van het AMC richten behandelingen van Alzheimer zich nu vooral op het remmen van de ophoping van verkeerd gevouwen eiwitten. Dit onderzoek richtte zich voornamelijk op muizen geïnfecteerd met Creutzfeldt-Jacob. Of de stof ook werkzaam is bij andere dieren met Alzheimer is nog niet duidelijk. Hier is nader onderzoek voor nodig.
De resultaten van het onderzoek werden gepubliceerd op de website van Science Translational Medicine.